Liefst 21 kandidaten streden deze week tijdens drie voorronden om een plekje in de finale van de Groot Limburgse Buuttekampioenschappen 2005. Hoe is het anno nu gesteld met de humor in de Limburgse buut?
Het optreden van een buutteredner is eigenlijk net een bokswedstrijd, mijmerde een bezoeker van de tweede voorronde van de Limburgse Buuttekampioenschappen 2005, afgelopen dinsdagavond in Hoensbroek.
Een bokswedstrijd? ,,Ga maar na. Je bent als buutteredner, net als een bokser, beperkt in ruimte en tijd. De bewegingsvrijheid van een bokser is beperkt tot de ring, die van een buutteredner tot de buut, de ton. In beide gevallen klinkt na een beperkt aantal minuten onverbiddelijk de bel. En vóór die bel klinkt, moet je zien dat je zoveel mogelijk punten scoort, de bokser met rake klappen, de buutteredner met rake grappen.''
Aardig genoeg om er even op door te borduren. Er waren onder de kandidaten voor de 'grote finale' op 7januari buutteredners die met een razendsnelle combinatie van stoten/grappen het publiek -in deze vergelijking de tegenstander- binnen de kortste keren plat kregen. Anderen sloegen driftig molenwiekend overal net naast en raakten vooral lucht. Er waren er -vooral onder de oudgedienden- die met zorgvuldig gedoseerde tikken en plaagstootjes eerder uit leken te zijn op een veilige zege op punten dan op een knock-out. Er waren er die zichzelf diskwalificeerden wegens al te opzichtige slagen onder de gordel, bij voorkeur richting geslachtsdelen. En er waren er een paar die een hevig verlangen losmaakten naar een trainer die de handdoek in de ring durfde te gooien.Genoeg daarover.
Wie enig inzicht wil krijgen in het niveau van de Limburgse buut, mag de voorronden van de jaarlijkse titelstrijd niet missen. Daar komt immers ongesorteerd alles bij elkaar, van groen tot rijp, soms overrijp. Wie zich tot de finale beperkt, alleen het beste van de Limburgse carnavalshumor tot zich neemt, mist 'de onderbuik', mist het gros van de blijkbaar onvermijdelijke goedkope grappen over schoonmoeders, Duitsers en kenau-echtgenotes, mist de dubbelzinnigheden en de uitglijders die óók bij de buuttecultuur horen. ,,Mijn vrouw houdt niet van pijpen'', meldde de stug doorrokende René van de Vin (Rein de Rauker) uit Neeritter. ,,Die houdt meer van..... even trekken....filtersigaretten.'' Tja.
Wat teleurstelde dit jaar: er was niemand die, zoals bij voorgaande gelegenheden tweevoudig kampioen Gilbert Petit uit Ulestraten, een serieuze poging waagde de grenzen van de buut, de grenzen van ruimte (de krappe ton) en tijd (maximaal elf minuten) op te rekken, of zelfs te doorbreken. De enige die letterlijk grenzen overschreed was Peter Veugelers uit Nieuwstadt, die als visser tot twee maal toe de bel en de bijna wanhopige stopgebaren van de presentator negeerde, stug doorging met het vertellen van een verhaal waar kop noch staart aan zat, en uiteindelijk het melig wordende publiek de slappe lach bezorgde, gierend onderuit liet gaan. Maar dat had niets meer met een buut te maken. Dat was absurdistisch toneel.
Wat positief opviel: er komen nieuwe talenten aan, en een aantal al wat meer gevorderden lijkt eindelijk aan de doorbraak toe. Nog positiever: de jury steunde die tendens bij het verdelen van de finaleplaatsen. Dus staat straks op het podium van de Oranjerie in Roermond naast erkende kanonnen Will Knapen (Nederweert-Eind) en badmeester Hub Stassen (Voerendaal) -,,In mijn zwembad geen gezeik...''- ook dé verrassing van de voorronden, de als Maan is pap gewore opmerkelijk sterk debuterende Bas van Neer uit Susteren. ,,Ik moest luiers kopen. Ik dacht: ik pak die van 9 tot 18 kilo maar. Voor hij die vol heeft...''
En zijn al wat meer ervaren collega Harold Schroyen (Neeritter) die het als doodgraver waagde een -getuige het wat besmuikt lachende publiek- in carnavalskringen nog altijd gevoelig onderwerp aan de orde te stellen. ,,Begrafenissen, daar bezuinig je niet op. Je gaat maar één keer dood, en daar wil je dan wel zo lang mogelijk plezier van hebben.'' En Jan Heffels (Obbicht) die -aardig gekozen afwijkend typetje- tijdens een blokje-om z'n hondje kwijt is geraakt. ,,Het regende dat het goot, echt hondenweer. Dus ik dacht, kom, ik doe 'm dat plezier...''
Meet aan bovenstaande grappen niet het niveau van de buutte af. Er waren veel sterkere, maar er moet straks in de finale ook nog wat te raden overblijven. Die finale wordt spannend. Er zit in het zeven mannen tellende deelnemersveld (de twee vrouwelijke kandidaten haalden de finale niet) geen gespogen winnaar, niemand die er met kop en schouders bovenuit steekt. Zonder gelouterde tonpraters Knapen en Stassen -meesters in het 'op scherp stellen' van hun teksten tot het laatste moment- tekort te doen: er zou dit jaar wel eens een verrassende winnaar uit de bus kunnen komen.
(Bron: Dagblad De Limburger, vrijdag 19 november)