AGELO - Het Keistenengala in Agelo heeft aan populariteit nog niets ingeboet. Ook dit jaar kreeg het publiek weer waar voor zijn geld.

De trend die vorig jaar werd ingezet, handhaafde men ook dit jaar; uitsluitend eigen artiesten op het Agelose podium, een zeer hoog gehalte dorpspolitiek en plaatselijke anekdotes. De ‘Ode aan de Ridder’ werd dit jaar weer verzorgd door de twee oudgedienden Jan Stevelink en Annemarie Hulsmeijers, maar de ‘invallers’ van vorig jaar, Gerard Schutte en Rudy Hulsmeijers, waren ook van de partij. In hun buut maakten ze dankbaar gebruik van een flink aantal onsterfelijke uitspraken van Ridder Herman 2 (Rouwers).

De Keisteenzangers mogen zich na een aantal jaren weer gelukkig prijzen met een tweetal mannelijke zangstemmen: Jan Haarhuis en Erik Dijkstra zijn de gelederen komen versterken. Samen met Ine Morshuis, Christa Dams en Nienke Scholte Lubberink brachten ze Agelose teksten op bekende melodieën.

Piet Peutgieter (Tom Damink) en zijn collega Hanna van Kwast tut Steel (Monique Wiegink) schilderen heel wat af in de buurt en krijgen daardoor veel nieuwtjes mee.

Frans Borggreve bekeek een jaar lang de Agelose gebeurtenissen door een Idols-bril en liet het publiek kennis maken met de finalisten. Middels zijn vertrouwde 'praatje bij een plaatje' werden weer heel wat hoogte- en dieptepunten getoond.

De groep Maarten Kamphuis,Koen, Bert en Erik Damink groeide vanuit de playbackact dit jaar uit tot een volwaardige buut.

Als Droadneggels brachten ze een parodie op het cabaret van Kopspijkers, met Agelose kopstukken in het panel. Puk en Patty (Rob Olde Klieverink en Hanneke Haarhuis) toonden middels videobeelden voorzien van live commentaar hun kijk op Agelo. De rest van de avond speelde zich af in medische kringen. Allereerst hielden Karin en Lianne Geerdink hun ‘spreekuur’. Prachtige woordspelingen en onverwachte wendingen. Vervolgens sloten Gerrit Lansink en Koen Stevelink, de avond af met de sketch ‘de Dokter’.

Perfecte timing en geweldige gezichtsuitdrukkingen laten zien dat deze twee heren wel heel erg goed naar André van Duin en Frans van Dusschoten hebben gekeken.

(Bron: De Twentsche Courant/Tubantia)

De trend die vorig jaar werd ingezet, handhaafde men ook dit jaar; uitsluitend eigen artiesten op het Agelose podium, een zeer hoog gehalte dorpspolitiek en plaatselijke anekdotes. De ‘Ode aan de Ridder’ werd dit jaar weer verzorgd door de twee oudgedienden Jan Stevelink en Annemarie Hulsmeijers, maar de ‘invallers’ van vorig jaar, Gerard Schutte en Rudy Hulsmeijers, waren ook van de partij. In hun buut maakten ze dankbaar gebruik van een flink aantal onsterfelijke uitspraken van Ridder Herman 2 (Rouwers).

De Keisteenzangers mogen zich na een aantal jaren weer gelukkig prijzen met een tweetal mannelijke zangstemmen: Jan Haarhuis en Erik Dijkstra zijn de gelederen komen versterken. Samen met Ine Morshuis, Christa Dams en Nienke Scholte Lubberink brachten ze Agelose teksten op bekende melodieën.

Piet Peutgieter (Tom Damink) en zijn collega Hanna van Kwast tut Steel (Monique Wiegink) schilderen heel wat af in de buurt en krijgen daardoor veel nieuwtjes mee.

Frans Borggreve bekeek een jaar lang de Agelose gebeurtenissen door een Idols-bril en liet het publiek kennis maken met de finalisten. Middels zijn vertrouwde 'praatje bij een plaatje' werden weer heel wat hoogte- en dieptepunten getoond.

De groep Maarten Kamphuis,Koen, Bert en Erik Damink groeide vanuit de playbackact dit jaar uit tot een volwaardige buut.

Als Droadneggels brachten ze een parodie op het cabaret van Kopspijkers, met Agelose kopstukken in het panel. Puk en Patty (Rob Olde Klieverink en Hanneke Haarhuis) toonden middels videobeelden voorzien van live commentaar hun kijk op Agelo. De rest van de avond speelde zich af in medische kringen. Allereerst hielden Karin en Lianne Geerdink hun ‘spreekuur’. Prachtige woordspelingen en onverwachte wendingen. Vervolgens sloten Gerrit Lansink en Koen Stevelink, de avond af met de sketch ‘de Dokter’.

Perfecte timing en geweldige gezichtsuitdrukkingen laten zien dat deze twee heren wel heel erg goed naar André van Duin en Frans van Dusschoten hebben gekeken.

(Bron: De Twentsche Courant/Tubantia)