Maandag 9 februari 2004 - RUCPHEN – Het twintigste Kraaiemauwen heeft twee leutige avonden opgeleverd. De Kraaiesloot (De Vaart) was zowel vrijdag- als zaterdagavond goed gevuld. En de bezoekers kregen vijf leuke acts, zeer gevarieerd van karakter, voorgeschoteld. Tussendoor zorgde hofkapel Da’kapelleke voor vrolijke klanken. Mart Schrauwen, als spook omdat het motto in het Kraaierijk dit seizoen Laot ut Spooke is, praatte ondertussen alles op een ‘geestige’ manier aan elkaar.
Nadat geopend was met Ik zen ne kraai, het lijflied van de kraaien, en het Rucphense carnavalslied 2004 van Joop en de Jo Jo’s, verscheen Toontje Paraplu in de ton. 
Zacht maar prikkelend ging hij in op het wel en wee in het dorp. Evenals later bij Ries Kaant ontbraken daarbij de branden van de voorgaande week bij een seksclub en een cafetaria niet. Wethouder Vermunt en het hondenkennelplan van Van der Veeken waren verder dankbare onderwerpen.
De meeste aandacht werd echter ludiek gericht op twee busreizen die het Rucphense carnavalsgezelschap dit seizoen heeft gemaakt. Bij Ries Kaant stond de paal centraal. Op de hem eigen trage en ingehouden wijze spon hij daaromheen een hilarische act, doorspekt met allerlei plaatselijke zaken.
Met algemene moppen en anekdotes bewerkte Tinuske van Beuke uit Zegge de lachspieren, terwijl het komisch verhaal van Januske (Richard Loomans) ook nostalgische gevoelens losmaakte.
Nieuw waren Joske en Sjefke van Epscheuten (Joris van Opdorp en Martijn Schrauwen). Het debuut van deze jongeren kreeg veel waardering. Met tweeën in de ton, voortreffelijk op elkaar inspelend, wisten ze de zaal te boeien en te plezieren.
Bij de finale brachten de deelnemers gezamenlijk een lied, wat gevolgd werd door een langdurig warm applaus. Het bleef na de carnavaleske voorstelling nog lang gezellig in De Vaart.
(Bron: BN/DeStem. Foto: Peter Roek)
