Carnavalsvereniging D'n Dreumel uit Horst hield afgelopen weekeinde haar pronkzittingen. Een jury beoordeelde de avonden met het rapportcijfer 8,5. Nog voor negen uur 's avonds rollen de eerste tranen over de wangen. Jan Geraedts uit Asenray, Limburgs buuttekampioen 2003, vertolkt zijn rol als klungelige hulpsinterklaas. Jan Hermans, lid van het organisatiecomité van de pronkzittingen van D'n Dreumel, lacht ook. Uit tevredenheid.
De carnavalsvereniging gaat voor kwaliteit, legt Hermans uit. Geen local heroes die de toets der kritiek niet kunnen doorstaan, maar klasbakken. Als ze uit Horst komen is dat mooi meegenomen, maar het hoeft niet. Het publiek is immers verwend, betaalt 12,50 euro entree en wil waar voor zijn geld.
Nou, dat krijgen de toeschouwers in Horst. Zo is het voor Hermans en de zijnen een erekwestie om de beste buuttereedner te contracteren. Totnogtoe lukt dat steeds. Zo is Hermans erin geslaagd de kampioen van 2004, Gilbert Petit uit Ulestraten, vast te leggen. ,,De wedstrijd was vrijdagavond. Ik belde zaterdagmorgen om half tien. Ik was de twaalfde.''
Nee, beweert Hermans, de carnavalsvereniging hoeft geen goudgeld neer te tellen voor de toppers. ,,Geraedts krijgt 125 euro per avond. All in, echt waar! Buuttereedners zijn geen zakkenvullers. Petit krijgt 140 euro, omdat die verder moet reizen. Artiesten hoeven geen loonbelasting te betalen over bedragen tot 130 euro. Het zijn netto bedragen. Vandaar.''
Eigen artiesten worden niet uit het oog verloren. De dansgarde van D'n Dreumel verzorgt shows tussen de buuttereedners en liedjeszangers door. De beste Horster schlagers van 2004 worden vertolkt, waaronder het winnende nummer Weej gaon nag lang ni na bed van Thijssen, Thijs & Co. Duo Sjak en Töen brengen nostalgische liedjes.
En dan is er nog de inbreng uit Melderslo. De leukste Horstenaren komen uit dit kerkdorp, zo blijkt. 'De Melderse', met nog geen tweeduizend inwoners, is een kraamkamer van buuttereedners. Neem Pierre van Helden, meervoudig Limburgs kampioen, die zelden ontbreek tijdens de pronkzittingen in Horst. Maar ook de 2Petjes (spreek uit: toupetjes), talenten en tranentrekkers, zo bewijzen ze in 't Gasthoês.
Om de broodnodige sfeer te creëren, hebben Jan Hermans met de zijnen een beroep gedaan op gevestigde namen als Ben Verdellen en De Noot. Verdellen, nota bene een Venlonaar, weet het publiek om de vinger te winden. Na een schuchter begin zingen alle Horstenaren de liedjes in Venloos dialect mee. Ze gaan op stoelen en tafels staan, zingen, dansen. Feest! De Noot, het komisch kwartet uit Vlierden, doet er nog een schepje bovenop.
Een jury weet het gevarieerd en smaakvol menu van D'n Dreumel te waarderen. Geert Geurts (41), regerend prins van Horst, geeft een 8 als rapportcijfer. Ron van den Beuken (42), componist van carnavalsliedjes, komt tot een 8,5. En Ger Gubbels (47), erkend taalkenner en -knutselaar, deelt zelfs een 9 uit, waardoor het gemiddelde op 8,5 komt.
De juryleden beoordelen originaliteit, humor, uitdossing, sfeer en decor. Prins GeertI zegt dat originaliteit ver te zoeken is. ,,De formule ligt al jaren vast. Zo'n vijf, zes jaar geleden heeft D'n Dreumel besloten bij de programmering te kijken naar kwaliteit in plaats van afkomst. Hoe het komt dat die kwaliteit wel in Melderslo is, maar niet in Horst. Tja... Maar aan de andere kant: Melderslo is toch ook Horst.''
Gubbels is onder de indruk van het decor, dat een hemel kent die het podium groter en kleiner doet lijken als het omhoog of omlaag komt. Ook hij roemt de succesformule van de pronkzittingen, die in zijn ogen nog lang niet aan slijtage onderhevig is. Knap vindt hij het ook dat geruisloos aan de eisen van de Tabakswet voldaan: in de zaal wordt helemaal niet gerookt, in de foyer wordt het oogluikend toegestaan.
Van den Beuken vindt de opbouw van het programma knap. Hij ziet de vierhonderd bezoekers veranderen van theaterpubliek, dat netjes stilzit en bij begin en einde van een act klapt, in een uitzinnige menigte die uit zijn dak gaat. ,,Het breekpunt is Ben Verdellen.'' Hij vindt het wel jammer dat de vernieuwde formule weinig ruimte laat voor buuttereedners die de plaatselijke bobo's en gebeurtenissen op de korrel nemen. ,,Dat mis ik wel.''
Alleen de 2Petjes doen dat. Zo komt Edgar Spreeuwenberg met een tas op het toneel. ,,Wat heb je in die tas?'', vraagt Arnold Janssen. ,,Mijn jas. Met oud en nieuw ben ik al genoeg jassen kwijtgeraakt'', verwijst hij naar de verdwijning van tientallen jassen tijdens de Sylvesterparty in de Mèrthal. Tijdens de pronkzittingen functioneert de garderobe voorbeeldig. En die kwalificatie geldt ook voor de pronkzittingen zelf.
(Bron: Dagblad De Limburger)