Wimke plast niet meer in de prinsen-soep
  01-01-1900

Ze doen het dit jaar voor de veertigste keer en nog hebben de carnavalisten van 't Swerte Schaop er geen genoeg van: tonpraoten. Afgelopen zaterdag was het kampioenschap in de Goffertboerderij.

De lucht is zwaar en stil rondom de Nijmeegse Goffertboerderij. Tussen de kierende gordijnen van een groepje woonhuizen flitsen kleurrijke televisiebeelden naar buiten en ergens ver weg in de kinderboerderij staat een opstandig beest te blaten. Er drukt hier zo'n merkwaardige stadse stilte waar ook mensen balsturig van kunnen worden.

Maar gelukkig, het is elf over acht, tijd dus voor wat actie, in dit geval het Open Kampioenschap Tonpraoten dat in de volgeladen achterzaal van de Goffertboederij gehouden wordt.

In het kleine achterafzaaltje staat het al behaaglijk blauw van de sigaren- en sigarettenrook, nog voor de eerste tonpraoter goed en wel van wal steekt. Toch weer onverwacht gezellig, zo'n avond 'cabaret' , al was het maar vanwege de goede zin van het publiek dat op en top klaar zit. En het bier krijgt in ieder geval geen kans om dood te slaan.

Helaas zijn er dit jaar slechts twee Nijmeegse kandidaten die in de ton van Carnavalsvereniging 't Swerte Schaop willen kruipen. Dat maakt de wedstrijd niet minder genoeglijk, maar de Nijmeegse zaken blijven hierdoor wel onderbelicht. Hoewel.

Wimke uut de Spoorkuul (Joep Hermsen), een jong ventje dat de geneugten van de pubertijd nog niet eens heeft botgevierd, laat zich ongemeen kritisch uit over de grote-mensenzaken in Nijmegen. Zo vertelt hij dat de oud-prinsen altijd komen eten in restaurant De Bok waar hij als hulpje werkt. En altijd zitten ze hem te pesten. Maar op een dag zegt oud-prins Jaap: "Vanaf nu laten we je met rust, hoor Wimke." Zegt het knaapje:" Dan zal ik van af nu niet meer in jullie soep plassen. " Onverwerkt bier sproeit hierop spontaan door de lucht. Ook rept de met koele ijsmuts getooide knaap over een nieuwe feestdag bij de Nijmeegse ambtenaren, namelijk 21 maart. "Dat is het einde van de winterslaap en het begin van de voorjaarsmoeheid."

Krasse taal voor zo'n kekke knul. Zelf bedacht? Nee, hij is alleen verantwoordelijk voor het optreden, zijn vader schrijft de teksten.

Nou dat doet hij dus niet onverdienstelijk want uiteindelijk wint Wimke de Nijmeegse competitie. De algemene winnaar is De Pastoor (Wiel Peerlings uit Soerendonk) en dat zie je meteen al van mijlenver aankomen. Hij is superjolig en maakt de goorste en banaalste grappen. Lachen dus. Althans voor diegenen die zijn onvervalst Brabants kunnen verstaan. De enkeling die maar wat moet gissen kan gewoon afgaan op het publiek en dat lacht zich helemaal van de hakken. "Oeioeioei, wat is die vent leuk", krijt een vrouw terwijl ze met beide armen haar schuddebuik ondersteunt.

De Pastoor klapt uit de school over zijn ervaringen met de zondige mens. En dan met name over de zonden die in de biechtstoel worden verteld. Die blijven hier natuurlijk wel geheim.

Ook kondigt hij aan dat vroeg of laat ook pastoors mogen trouwen. "Dat maken wij niet meer mee", roept hij. "Maar onze kinderen wel."

Het is laat als de carnavalisten afscheid nemen van een leuke avond. Buiten de boerderij is het dan nog steeds drukkend stil.

(Bron: De Gelderlander)






 
     

 
 

 Copyright © 2003 - 2024 Tonpraten.nl